Weijn Samuels Joppen
Weijn Samuels Joppen,
geb. op 01-06-1629 te Naarden,
ged. Nederlands Hervormd op 01-06-1629 te Naarden.- Vader:
Samuel Joppen , zn. van Job Claesz ,
geb. te Naerden; Koptienden Eerste: 1632-20,
ovl. in 1636 te Naarden; Koptienden Laatste: > 1705-09,
, -
SAMUEL JOBSZ
Naarden Koptienden (1632-20 > 1705-09)
1632-20: v. Gerrit Gerritsz Metzelaer 1 Spt
1641-17: v. Boudewijn Gerritsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 2 Spt 4 cop
- v. Ael Joppen 1 Spt 2 cop
t/m 1649-14: Situatie: 3 Spt 2 cop
1654-14: v. Gerrit Cornelisz Moeij 4 Spt
- Situatie: 7 Spt 2 cop
1668-14: v. Jop Samuelsen Hilversommer boeck 3 cop
t/m 1676-12: Situatie: 7 Spt 5 cop
1679-11: v. Ghijsbert Aelten Schuijt 3 Spt 7 cop 1/2
- Situatie: 11 Spt 4 cop 1/2
1688-10: Situatie: 11 Spt 1 cop 1/2
- Afgezet op onbekende 2 Spt 3 cop 1/2
1691-10: Situatie: 8 Spt 6 cop
1695--10: op Johan Waterpas 3 Spt 4 cop
- Situatie: 5 Spt 2 cop
1698-09/1701-08/1705-09: Sluij
-
SAMUEL JOPPEN TOT NAERDEN
Huizen Koptienden (1682-66 1683-66)
1682-66: v. Gerrit Jacobsz (Jes) de Jonge 1 Spt 7 cop
(Zie 1682-31: op GERRIT Sameuelsen tot Naerden ?)
t/m 1683-66: Situatie: 1 Spt 7 cop
- Afgezet op onbekende(n) 1 Spt 7 cop
-
Notaris Nic. Jacobs in Amsterdam: op 28-03-1636 compareerde Aaltje Joppen wed. van Cornelis Bouts voor notaris Nic. Jacobs in Amsterdam. Haar erfgenamen zijn:
- de kinderen van Weijn, Jaapgen en Samuel Joppen haar zusters en broer zaliger,
mitsgaders de kinderen van Angnietgen Joppen, insgelijck haar zuster, die zij tegenwoordelijck is hebbende ende die selve alsnoch door Godes zegen soude mogen comen te crijgen
-
ORA-184-3170; 20-03-1657: Voor Maerten Lambertsz en Evert Willemsz schepenen tot Huijsen compareerden Jan Evertsz en Ruth Gerritsz Doorn bejaarde @ geloofwaardige personen die verklaarden op verzoek van Hendrickie Lambertsz weduwe van Evert
Lubbertsz dat Ghijsbert Jacobsz Backer in zijn leven secretaris van dit dorp, ziek liggende aen de sieckte daer van hij is comen te sterven en door de voorn. Jan Evertsz gevraagd sijnde dat de man van de requirant in dese voor hem was borge
geworden ten behoeve van Timentge Gerrits weduwe van Samuel Joppen
-
ORA-184-3170; 19-11-1658: Schepenen condemneren Gerrit Philipsz als getrout hebbende Hendrickie Lamberts dat hij Isaack en Hendrick Willemsz al hebben te vrijen en costeloos en schadeloos te houden van soodanigh achter weesen als d'erfgenamen
van Elbrigh Ghijsbertsz ter somme van f 336 van dien te pretenderen hebben op de kinderen @ erfgenamen van Lambert van Asch, mitsgaders noch van de somme van f 168,- die Timentge Gerrits weduwe van Samuel Joppen tot laste van de selve
erfgenamen is competerende @ eijndelijck noch van f 400 van dien die als vooren de erfgenamen van Ghijsbert Lambertsz te pretenderen hebben, alles in conformete van 't verblijff en uijtspraecke tusschen des gedaagde huijsvrouwen en de eijser in
dese gemaakt @ uijtgesproken d.d. 18-11-1655 @ verclaerden de nagelaten goederen van Lambert van Asch
Op 15-11-1658 heeft Gerrit Philipsz in presentie van Claes Willemsz Coij @ Gijsbert Jansz Lustich schepenen tot Huijsen verklaart enz
-
ONA-3669A099; 01-12-1667: fytus hendricksz als vader en voogd van Haesie fytus geprocreeerd bij Jannetje Gerrits (Vos) @ Cornelis Gerrits (Vos) de Jonge voor zichzelf en de nagelaten kinderen van Timen Gerritsz Vos allen woonachtig te huijsen,
aan de ene kant, en Cornelis Gerritsz Vos aan de andere kant, hebbende een geschil over een obligatie van f 160,- die de Geertje Cornelis, hun moeder, schoonmoeder en grootmoeder van voornoemde kinderen op 18-11-1653 gepasseerd t.b.v. Tijmentje
Gerrits weduwe van Samuel Jobsz te Naarden
-
GensNosta, Jaargang 33, Mei 1978, No. 5, blz. 133 .e.v.: Van der Graft - Ruijsdaal - De Goyer,
tr. in 1624.